C.L.C.

Geschiedenis

(vervolg 2)

 
      

  In 1973 was een hoogtepunt de bijeenkomst van de Internationale Chabo Club te Heerlen op 5 en 6 juni. Ruim 50 personen uit verschillende landen woonden deze dagen bij. Dankzij het vele werk verricht door de heer en mevrouw Garvelink werd deze bijeenkomst een groot succes. In dat jaar verscheen in 'Avicultura' een artikel, vertaald door de heer Wolters uit de Duitse tijdschriften 'Geflugel-Börse' en 'Garten und Kleintierzucht' (uit de voormalige DDR), waarbij door de Redaktie van Avicultura aan de secretaris verzocht was hierover zijn mening en zonodig aanvullingen te geven. In 1974 werd de Chabo Club een slag toegebracht door het overlijden van haar erevoorzitter, de heer Huneus. Wat deze man in al die jaren voor de fokkerij van Chabo's heeft betekend, is niet te beschrijven. De C.L.C. verloor in hem haar nestor en een zeer toegewijde man voor de club en het ras. Persoonlijk heb ik hem lang mogen kennen en ik bracht menig uurtje bij hem thuis door. Elk uur leerde je wat van hem. Hij had een ongelooflijke kennis van Chabo's. Ook moest je niet zeggen: "Wat een mooie is dat !", want dan stond deze al in de gang ingepakt om mee te nemen als je wegging.

     
    

  In 1974 bedroeg het ledental 64. Het grote probleem was voor de secretaris-penningmeester (sinds 1973 een dubbelfunctie), en dat is 't ook voor de penningmeester in de eerste jaren geweest, de contributie te innen. Daar dacht men nogal gemakkelijk over. De hoeveelheid brieven die beiden geschreven hebben, is niet te tellen. De heer Van 't Hof werd toen voor de heer Buining in het bestuur gekozen. In 1976 verscheen in 'Avicultura' een verslag van de secretaris over de Jubileumshow van de Duitse Chabo Club, ondergebracht op de Junggeflügelschau te Hannover. Maar liefst 375 Chabo's zaten in de kooien. Daar werd ook een bijeenkomst van de I.C.C. gehouden die twee dagen besloeg. Daarbij waren ook enige Japanse Chabo-fokkers aanwezig die zich verwonderden over de borstlijn van de Chabo's in Europa. Volgens hen letten wij, Europeanen, teveel op dit onderdeel. In Japan wordt de borst vrij hoog gedragen en mist men bij de Chabo's vaak de ronde borstlijn. Dit kenmerk is aldaar niet zo van belang. Er gingen toen stemmen op om dit ook in Europa te veranderen en terecht verscheen in 'Avicultura' in 1977 een groot artikel van de hand van de heer Aalbers, waarin hij en de keurmeesters zich zorgen maakten over dit standpunt. Men dacht, dat de I.C.C. de standaard ten opzichte van het type wilde veranderen, doch de soep werd niet zo heet gegeten als zij werd opgediend. Terecht merkte de heer Aalbers op dat het peil van de Chabo's in Nederland zeer hoog was, vooral in vergelijking met het buitenland. De heer Aalbers steunde op de Nederlandse standaard en de Chabo Liefhebbers Club heeft hem ook laten weten dat zij nooit van het ideaalbeeld van onze standaard zal afstappen. Dat jaar verscheen er ook een fotoreportage van fokkers met hun Chabo's door de heer Van Dam. Het bleef de Chabo Liefhebbers Club goed gaan en het ledental overschreed de 75. De Chabo's verheugden zich in een steeds grotere belangstelling en dat was ook te merken op de diverse shows. Een aantal van meer dan 70 Chabo's in de kooien te zien begon heel normaal te worden. Wie had dat ooit in 1960 kunnen denken ! Ook was er in de fokkerspers aandacht voor de Chabo en er verschenen in 'Avicultura' en 'Fokkersbelangen' artikelen over de Chabo's. In 'Avicultura' was dat een zeer fraai artikel van de heer Aalbers en een artikel gewijd aan de lethaalfactor van de Chabo door de heer J. Ringalda. De heer Douma schreef in 'Fokkersbelangen' een artikel over Chabo's. Het jaar 1980 was voor de Chabo Liefhebbers Club een mijlpaal. De secretaris heeft in dat jaar het honderdste lid ingeschreven. In dat jaar werd er eveneens weer een vergadering in Nederland gehouden van de Internationale Chabo Club en wel te Eindhoven tijdens de Lichtstadshow, waar de C. L.C. haar Clubshow had ondergebracht. Zo'n 100 Chabo's bevolkten de kooien. De I.C.C. vergadering wekte echter bij de Nederlanders enige wrevel op door de houding van twee landen. Dit liep nogal hoog op en de Nederlanders hadden hierna geen zin meer om zelf hun jaarvergadering te houden.

     
 

 

     
 
    

   In 1980 hebben ook enkele bestuursleden van de Chabo Liefhebbers Club een bezoek gebracht aan het keurmeesterscongres te Oosterbeek waar de Chabo's besproken zouden worden op verzoek van de C.L.C. Het was gebleken dat er weinig lijn zat in de keuringen. Van beide zijden werd dit contact als zeer positief beschouwd.

   In 1981 was het voor de heer Engelberts een mijlpaal. Hij vierde het jubileum dat hij vijftig jaar Chabo's fokte. De heer Scheiberlich deed dat in 1981 al 35 jaar. 

   De heer Garvelink voelde zich genoodzaakt in 1982 terug te treden als voorzitter vanwege zijn gezondheid. Al die jaren heeft deze voorzitter met hart en ziel zich ingezet voor de Chabo's en haar organisatie, zowel op nationaal als internationaal gebied. De heer Peters heeft het roer overgenomen en de heer Garvelink werd benoemd tot erelid van de Chabo Liefhebbers Club. Het was ook dat jaar voor het eerst dat Clubdag en jaarvergadering van de C. L. C . gecombineerd werden. De Clubdagen tot nu toe en voor zover ze doorgingen en de jaarvergaderingen werden niet enthousiast bezocht. Het bestuur hoopte hierdoor meer leden te trekken. Inderdaad gebeurde dit ook en sindsdien mogen we ons verheugen in zeer goed bezochte Clubdagen. Chabo-Nieuws verscheen dat jaar ook voor het eerst viermaal en dat is gelukkig tot nu toe zo gebleven, waarbij het in een beter jasje gestoken is. Het ledental van de C.L.C. bleef stijgen en dat jaar kon het 119e lid worden ingeschreven. Op de jaarvergadering werd toen het besluit genomen leden, die bij een herhaald verzoek op 1 maart nog niet de contributie over het vorig jaar voldaan hadden, te royeren.

    
   

   Het jaar 1983 leverde voor de Chabo Liefhebbers Club een vervelende gebeurtenis op. Zij zag zich genoodzaakt het lidmaatschap van de Internationale Chabo Club op te zeggen. Het contact, dat toch al vrij nihil was, werd verbroken door een gebeurtenis waarop de toenmalige secretaris, die om opheldering verzocht had, zijn vragen gedeeltelijk of in het geheel niet beantwoord zag. Dit deed het bestuur besluiten deze stap te nemen, na eerst de goedkeuring aan de leden gevraagd te hebben. De Chabo Liefhebbers Club leefde gewoon verder mede dankzij enthousiaste leden, zoals de heer Kleef die in 'Fokkersbelangen' enkele artikelen over Chabo's schreef. Ook verscheen er een artikel van de hand van de heer Engelberts in dat blad over zijn 50-jarig jubileum van het fokken van Chabo's. Het ging de Chabo-Liefhebbers Club goed. Het aantal leden bleef stijgen.

   De C.L.C. leed in maart 1985 een groot verlies door het overlijden van de heer Afink. Hij was een van de grondleggers van een Chabo van zeer goede kwaliteit. Ook uit zijn hokken zijn veel dieren in andere handen overgegaan en menigeen heeft van deze kenner bijzonder veel geleerd. Voor het eerst was er in dit jaar een lichte terugslag ten aanzien van het ledenaantal. Dit heeft zich echter spoedig hersteld en de stijging van het aantal leden heeft zich weer doorgezet.

    Op dit moment dat dit artikel geschreven wordt (1989), bedraagt het ledenaantal officieel 185. Dit is mede te danken aan de goede sfeer in de Chabo Liefhebbers Club. Het bestuur heeft dit altijd al uitgedragen en dat is ook te zien geweest aan de wisselingen in het bestuur. Mevrouw Des Bouvrie-Van Oostenbrugge die jarenlang deel heeft uitgemaakt van het bestuur, is thans ook erelid. Verdere bestuursleden die om een of andere reden zich genoodzaakt zagen af te treden, zijn geweest de heren E. van 't Hof, Caspers, Kleef en Bouma. Ook is het te danken aan de vele enthousiaste leden binnen de C.L.C. die hun steentje bijdragen aan het slagen van deze speciaalclub en het uitdragen van goede Chabo's over het land. De C. L. C . is een liefhebbers club en dat is te merken aan het aantal leden dat echt fokt. Die leden hebben de Chabo's op een zeer goed peil gebracht en dit ook zo gehouden. Maar er zijn ook liefhebbers die de Chabo voor hun plezier houden en dit al jaren doen. Het is een ras dat de tuin op een hoger peil brengt en dat een lust is te zien tussen de planten en heesters of op een mooi gazon.

     
uit: C.L. van IJsendijk, 25 jaar C.L.C., 1989
    
'klik' hier voor een volgende pagina...
    
 
     
[ Startpagina > de C.L.C. > GeschiedenisGeschiedenis (vervolg) > Geschiedenis (vervolg 2) ]